En de visser schenkt zijn vangst
uit het net van verbondenheid.
Ieder mens is een
verdichtingspunt
in het
levens-liefdesnet.
Iedere appel die gegeven wordt
een spiegel versluierd door nevel.
Elk woord dat gesproken wordt
een omarming of een bevel.
In welk web raken we verstrikt
en beschikt het leven te geven.
Uit onverwachte hoeken en gaten
vangt de liefde – ze kan het niet laten.
10-2-14