woensdag 19 maart 2014

horizon

Het was het tegendeel van een kamer
om het bed lag de horizon.
Muren hadden zich versplinterd
bakstenen, kozijnen en ruiten
waren teruggebracht tot stof.
Als elfenpoeder dwarrelden de restjes.
Voor hem lag het landschap
van zijn jeugd, zijn kracht.
Hij keek haar aan – drong door
en in de diepte van haar pupillen
ontmoette hij zijn eigen huivering,
een imploderen naar onbeweeglijkheid
van horizon tot horizon.


18-3-14  met dank aan Mulisch voor de eerste 2 regels