dinsdag 28 april 2015

eind april

sluipt
nu de kale bomen
uitbarsten in blad
de dood nog rond

rood omrand
zieltogend
zielen dovend
creatief proces

hoeveel dood
is daarvoor nodig
hoeveel bladeren
aan de bomen

wensen van mensen
ze vallen als getallen
veelvouden als fouten
afvallers in het spel

wachten we
op een patstelling
een doodlopende weg
die naar leven leidt

dinsdag 21 april 2015

het stille lawaai

Het razende geluid van de randweg
snelt met de noorderwind de tuin in
waar het zich aanvlijt tegen mijn nek
en oren en het zich omzet in het tegen-
deel van stilte
zonder dat het mij kan storen
het doet slechts zijn werk als poëzie

Wanneer ik binnen ben en schrijf
neemt de bromvlieg de taak over
van de auto’s op de randweg
wind is hier niet nodig
het lawaai van woorden vervliegt  



21-4-15

moeder en dochter

Zij heeft haar dode kind
als een hemd aangetrokken
dat niet uitgetrokken kan

Wanneer haar lijf sterft
zal blijken dat de dochter
verweven is met haar
astrale lichaam

En dan
geen dochter meer
en geen moeder
Zij waren een binding
een tweeling in de tijd


21-4-15

n.a.v. Het meesterwerk van Anna Enquist

donderdag 16 april 2015

voorbij
















oplossen in mist
tussen list en lagen
vervaagt zij in nevel
de torenklok slaat

wie zal nog zeggen
wat waar is of niet
hij wil zich verstoppen
in lover en riet

verscholen de zinnen
van regels en lusten
zij kusten elkaar
op blanco papier

gevlucht in het schrijven
kon echt niet meer blijven
hij laat zich weer storen
de torenklok slaat

door gaan hun levens
wel rijker en leger
zij wisten elkaar
op blanco papier



12-4-15

zaterdag 11 april 2015

vondst

een zilveren haar
in het gootsteenputje
wie zou hier zijn … haar …
zo schittermetallic
alsof een zilvervisje
zijn glans er langs
heeft afgewreven
of zijn alle pigmenten
zomaar weggespoeld
een lege haar achterlatend
na eeuwen nog vindbaar


9-4-15

maandag 6 april 2015

pril lentegroen

Het wil maar niet lenten
temperatuur is nog te pril
Zij wil nog uitslapen – niet
onder het dons vandaan
waar de dromen kruipen
en haar oogleden kussen
In twilight verbleken de
seizoenen en vertraagt het
De mythe heeft geen eind
vlucht halverwege in het
onbekende Wie opent nu
haar ogen en laat het
lentegroen naar binnen


6-4-15