zaterdag 26 maart 2016

verkoudheid

ik vouw de wind om in mijn jas
en vang de zon op met mijn hoed
de regenboog legt kleuren bloot
en wolken vluchten voor mijn schaduw
ik rits mij dicht voor regenvlagen
trotseer als trotse heer de storm
die op komt dagen zonder vragen

wanneer de wind zijn kracht verliest
de vlag slap wappert, het paard
briest – antwoord ik met genies
het is weer tot in mijn botten gekropen
kippenvel vertoont plekken, vlekken
en de leden rillen in gezamenlijkheid
als een ode aan alweer verkoudheid


26-3-16

zaterdag 19 maart 2016

het gevecht op de grens

hoe lang zal het duren
voordat huidige vluchtelingen
van oorlogsgebieden
op de vlucht gaan uit de landen
die nu troostrijk lijken
maar besmet blijken
met grootschalige
vergiftigingspraktijken

waar vecht je liever tegen


19-3-16

vrijdag 18 maart 2016

tussentijds

en zo verglijdt het ene leven
in het andere – zelfs het gevoel
er tussen gevallen te zijn, weggedobberd
van het natuurlijk waaiende evenwicht

gezwicht voor grote getallen
eet het leven zichzelf op
en verloopt, verkrimpt het
tot chemische structuren
ingeperkt tot giftige formules

is vluchten nog mogelijk

eet het dan wreed om zich heen
of wordt er enkel vuiligheid opgeruimd

het oordeel is geschiedenis in boekvorm
voor hen die nog van lezen houden


18-3

vrijdag 4 maart 2016

pas op!

het donker daalt vol regen
en zakt als een natte zak
over zover ik kijken kan

op de vensterruiten beginnen
de druppels te tikken en het
is wachten op winterse neer-

slag die als het niet blijft
liggen neerslachtig maakt
met de nare nasmaak van

waar doet dit mij aan denken
en dat is nu juist iets wat
nietgedacht noch uitgesproken

moet worden want narigheid
is slechts een omstandigheid
van afgescheiden vertoeven

een vindplek waar je iets kan
oprapen maar ook waar ik
jou steeds opnieuw verlies


2-3