voor het begin
Het struinen door het golvend laagland
van de ziel en het eeuwig landschap buiten
geeft een verbindingsteken en een band,
al sta ik in huis te staren door de ruiten.
Verborgen gevoelens en onbenoemde gedachten
wellen op in de bron en kiemen in hun kracht.
Laten mij stil zijn, in verwondering achten
als binnen-buiten samensmelt – ik hou de wacht.
Omkering is in het verschiet. Toekomst
is verleden van weleer en vol en veel
is het zwijgen achter mijn verdwaasde ogen.
Ik kijk er doorheen naar jouw verwachte opkomst.
Dan start het Shakespeare-spel, heel sensueel,
met wonderwoorden, onze allereerste dialogen.
11-3