het kerkhof lijst de doden in
in verweerde mosbegroeide namen
op slijtende en barstende zerken
langs nauwelijks belopen paden
de oude eiken beuken staan
al vele mensenlevens lang
bovengronds stil aan te waken
ondergronds de lijven te omarmen
geen vers betoverende bloemen
voor betovergrootouders
maar elk jaar worden ze bedolven
door hagelstenen op de stenen
en regent het bladeren
als serpentines in stik- en
geurende koolstoftinten
op hun afgedekte resten
het kerkhof is als een museum
met ingelijste portretten
ze kijken je aan en glimlachen
vanuit een fijnstoffelijk zijn