dinsdag 27 juni 2017

Kunstschouw 2017

Kunst als intermediair tussen feit en fictie 

Woeste Noordzee - door Sil van Mil

Een van de eigenschappen van kunst is dat zij inspireert. Het zet degene die bijvoorbeeld een schilderij observeert aan tot creatief denken. Maar ook een onverwachte wending kan inspiratie zijn voor een creatieve geest. Een windvlaag bijvoorbeeld en de gevolgen daarvan. Feit en fictie vinden dan elkaar. 

Wat wind vermag

Het strooien hoedje gegrepen door de
wervelende wind, tolt tot op de grond.

Aangewakkerd tot een stevige vlaag
stuwt zij het zoute water van de branding
tegen het canvas omhoog, dat nu tot leven komt.

Zie hoe wonderlijk werkelijkheid en fictie
samenvallen in het brein van de kunstenaar.

23-6 
Tino van Kampen - n.a.v. ons bezoek aan de Kunstschouw
Naar aanleiding van zijn gedicht dichtte ik het volgende:

zo de wind het wil

de hoed waait
kapriolen draaiend
van mijn hoofd
naar het stof
op de boerengrond
voor de oude schuur

het water waait
kapriolen draaiend
in de branding
omhoog tegen het doek
waar zij het
uit haar hart penseelt

waaien feit en fictie
kapriolen draaiend
door elkaar in zijn
en brein – breekbaar
of vrijelijk samenvallend
zo de wind het wil

24-6 

woensdag 21 juni 2017

de ballerina en de prinses















la ballerina en la principessa

wat blijft er over
als het boek uit is
voordat het verhaal
begint …

sigaretten naast het graf
ondergelopen straten
een sprizz op een terras
of een Bellini

een overleden glasblazer
toeristen misschien evenveel
als palen onder water
steeds meer herinneringen

… en dan, eindelijk
de gekoesterde af-
spraak
sprakeloos


n.a.v. Ontmoeting in Venetië door Rosita Steenbeek
21-6

maandag 12 juni 2017

little story

Soms is het echt raadselachtig waar de woorden vandaan komen bij het schrijven van een gedicht en hoe opeens onverwachte wendingen tevoorschijn komen ...

little story

alsof de zeggingskracht
er uit weggeschoten is
zo liggen de woorden
als verloren op de grond

met een witte lijn er om
zou het een lijk kunnen zijn
de plas bloed is adellijk paars

de patholoog-anatoom schudt
met de woorden en haar hoofd
‘nog niet lang geleden overleden’
lijkt zij te willen zeggen
starend naar de rechercheur
die ook geen woord uit kan brengen

sprakeloos overrompelen zij
elkaar en hun professie

op de afloop moet gedronken
hun kelen gesmeerd maar
in de pub komt er geen
bestelling uit hun open mond

de barkeeper echter tapt in volle
ernst 2 overlopende glazen ale

tijd voor de aftiteling


11-6

dinsdag 6 juni 2017

zingen, lachen en beminnen


wie zingt het vetst
en lacht zo schriel
dat mijn aanblik
er steeds in verdwijnt

wie lacht het coolst
en zingt zo iel
dat het fluistersuizen
in mijn oren wegkwijnt

wie zingt geweld
terug in de schede
en glimlacht om
het verkregen resultaat

wie glimlacht zoeter
dan gevoel en rede
en zingt de sterren
uit de plassen op de straat

jij zingt en lacht
ik lach en glim
jij voelt heel zacht
zachter als ik jou bemin


6 juni

zondag 4 juni 2017

Pinksteren

zoals zij vuur ziet
ontwaart hij enkel rook
hij voelt de warmte
zij het branden

er glijdt een pinkstergloed
langs bomen en de heg
de een loopt op het kerkepad
de ander loopt ernaast

soms is er een verliezen
in zijwegen van het bestaan
maar als hun wegen kruisen
vindt een ontmoeting plaats

beiden zien het licht
de afstand tot elkaar
toch gaan ze hand in hand
hun eigen eigen weg

donderdag 1 juni 2017

zoektocht


de weg spreidt stenen uit
in lange rijen naar ver
totdat het overloopt in pad
steeds smaller – overwoekerd

waar zal het einde zijn
of is daar juist het begin
wat houdt mij gaande
nu vermoeidheid toeslaat

benen en brein weigeren
waar is de wilskracht
en wat is de drang om
het AΩ-punt te vinden

… wat zegt die vlinder
… wat fluistert die bloem
… wat fluit die vogel
… wat zingt die mens

hoor ik mijn melodie in al
die sprankelende stemmen
wat zal ik ontmoeten
als ik eindelijk eens stil sta