vrijdag 27 juli 2018

prozagedicht

Onlangs kreeg ik de Verzamelde prozagedichten van Arthur Rimbaud en op https://www.facebook.com/groups/dereizendedichters/?source_id=1446698565581571
las ik ook over prozagedichten.
En dan kruipt het bloed waar het gaan kan en ontstond het volgende (een poging):

schakering

In het preanalytisch denken knelt de tijd de vorm tot vast en zeker. Weten van verhaal uit ver verleden. Geleden, onder een laken voor de doden. Goden zij dank voor een veel later, een ogenblik van klaarheid, ingeblikt en regelrecht verzonden van mij naar jou zonder tussenkomst van het versleten speelbord en de in slaap gezette zetten. Herhaling en uitentreuren opgedoemd om als een herfstnevel te worden ingeslikt. Verstikkend, onder een laken voor de doden. Geboden: doorgronden we die microwereld in al zijn abstracties en verval. En hoe zit het met de uitdijende dijen van onze geliefden, minnaars als wij zijn van vlees met haar haar, toeven op bepaalde plaatsen; reukloze holten waar slechts smaak vertoeft en vrome wensen oplossen. Bradend in een duinpan met de branding in de verte, het verzengende strand als een woestijn er tussen. Lossen lusten op in parelend zweet. Wee degene die een kuil graaft ter verkoeling, het noemen van hen in een poging tot veilig vluchten. Zuchten, onder een laken voor de doden. Broden en vissen vermenigvuldigen zich zonder een spoor van wonder, verwondering is als een lege lotus in heldere modder. Wij eten van de vrucht en kijken toe.


27-7 

zaterdag 21 juli 2018

en ja

en ja,
dan schrijf ik nog
het een en ander
omdat de zon zo
heerlijk schijnt
slechts verdwijnt
achter sluierwolken
of een opkomende
in mijn hoofd of in
de vele hoofden die
warmte niet voelen
het licht niet zien
en hun zijn vullen
met versleten zeer
keer op keer liever
hun wonden likken
stikken in bedorven
adem dan …
ja, zucht maar diep
en zie maar toe


21-7

maandag 2 juli 2018

de suggestie van niet-zijn

Zijn thuisblijvers niet ook vluchtelingen ...


de suggestie van niet-zijn

stap aan boord – bijna vermoord
kijk over het vlakke water – wat later
wat verleden, de pijn geleden in leegte
het denken vermeden, kijk voor je uit

verlaat je op een rest van willen
verlaten doorgaan – lijkt het wat
al die lijken achterlaten, brand in je ogen
thuis is verdwenen – hoofdstuk gesloten

en in je hoofd de stukken, brokken
en resten die klauwen en kruipen – druipen
met je reddingsvest rood als bloed
tuur je naar de stille horizon – uitzicht

zal na de overtocht het beest uit je geest
gevangen zijn – verdronken in de diepte
of zal het telkens ontsnappen, in die on-
bekende oorden – je toekomst vermoorden

is jouw ziel al vooruit – gevlogen, niet
gebogen noch gebroken, zuiver, transparant
en kan deze jouw na-denken vergeven
naar heelheid streven zonder rancune

kijk voor je uit – tuur over het water
eerst nog het nu – later komt later
geen angst om te sterven – inzicht
maar is er nog moed, moed om te leven


2-7