zoals het schrijven glijdt
het leven verrijkt
en de dood overstijgt
zo neigt mijn hart
voorbij angst en smart
zoals het leven sliert
het schrijven siert
en taal zich overtreft
zo nijgt mijn brein
voor innerlijk zijn
zoals jij zwaait achter het raam
en ik, noemend jouw naam,
wegrijd, al is het voor even
zo zijn wij zwierend een paar
in ontastbaar tastbaar
19-5