In het licht van de avondzon
loopt zij van de winkel naar huis
Lang wegblijven kan zij niet
gedachten zijn sneller dan haar voeten
Hoe zal zij hem dadelijk vinden
in elkaar gezakt naast de rollator
met zijn broek op zijn knieƫn
Wat kunnen haar handen dan nog
Zelfs de lichtste boodschappen
zijn zwaar, de trap hoog,
de sleutel omdraaien lastig
en zijn gepraat …
Blijft er voor haar nog wat over
als hij er niet meer is
Dan ziet zij hem voor zich
als jonge vader van hun kinderen
Een glimlach vormt zich
op haar vermoeide gezicht
en terwijl zij de deur opent
roept ze al: Ik ben er weer!
21-2-15