opgeroepen
een soort caleidoscoop
ontvouwt het spectrum
en zo is alles daar
in opgeroepen kleuren
het treuren en de vreugdedans
de mogelijkheden en de kans
van slagen en geslagen worden
de veelheid en het grote niets
duizend kinderhanden - leeg
duizend tranen, het dal stroomt vol
en angst sluipt door de straten
toch wordt het feest niet uitgesteld
we zeggen ja tegen elkaar
en tegen elke dag – opnieuw
hoe deze zich ook ontvouwt
in welke kleuren zij zich omhult
16-9-16
Taalkundig moet in de laatste regel hij staan i.pl.v. zij omdat 'dag' manlijk is.