van hier naar daar
zullen we elkaar verwarmen
nu de kou onze handen kraakt
we dragen een zonnevrij vest
dat pas wordt losgemaakt en afgelegd
bij de rest van ons vermogen
wanneer mijn lippen niet meer blauw
jouw glimlach liefdevol beweegt
de adem onze trommelvliezen ontdooit
en onze vragen niet meer beginnen
met ‘waarom’ en onze magen
weer spinnen, gloeien
4-2