zaterdag 17 juli 2021

oogwenk


de afgeknipte pofmouwtjes maakten
in ieder geval geen rode striemen meer
in haar zachtblanke blote bovenarmen

ze had er lak aan – anderen
moesten maar naar zich zelf kijken
in de zomerzon verkoelden haar 
irisblauwe ogen opkomende verliefdheid
bij haar omringende adonissen

als kleefpasta hingen die aan
haar rokken waar ze - oplichtend -
aandacht trokken en lachten

in haar gedachten sloeg ze die onnozele 
aanbidders stuk met een kruisvaarderszwaard
zij voelde meer voor een paard – vooralsnog
een prins in de gedaante van een prinses 
was voor later



11-7