Bij de inspiratiebijeenkomst bespraken we gisteren o.a. mijn gedicht van 18 november:
bij zonsopkomst
witte wolken bij de maan
zwarte wolken bij zonsopkomst
de hemel kleurt geel en blauw
hij ziet het vanachter de ramen
een mens met een naam
vóór die naam die van
het allerhoogste
dat weet hij maar al te goed
en alles wat hij ziet
overdekt hij met die naam
witte naamwolken
en zwarte bij zonsopkomst
het uitspansel kleurt
Die ochtend keek ik naar buiten en schreef in de eerste strofe wat ik zag. Daarna volgde de 2e strofe en aangezien de eerste strofe iets van een haiku in zich had herschreef ik die. Die haiku plaatste ik als 3e strofe - een herhaling van de eerste maar net even anders.
De een had wel in de gaten dat het een haiku was, de ander niet. Allemaal prima natuurlijk.