weeromstuit het geloof in
weerwolven en duistere
weergoden die in de juiste
weersomstandigheden het verleden
weer laten herbeleven
weerklinken de isobaren
weerbarstig als zij zijn in een
weergalm door het doolhof waar zij
weergaloos rennen achter de
weerhaan die op zoek is naar zijn
weerhuisje – niets kan hen
weerhouden zelfs het
weerlicht trotseren zij dat van
weerskanten hun pad verlicht
weerhouden wij ons nu van commentaar
weerzien ligt in het vooruitzicht
18-1