waar … om
waarom staat hij niet op
maar naast de rand
van de afgrond – in gelatenheid
bevrijd van zwaarte, kracht
en spijt
waarom laat hij observeren
over aan de dwazen
parels gooiend voor de
verdwijnen van het toneel
de planken
waarom vergeet hij lijf en
leden, maten van refrein
in eeuwigheid en amen
en dan aan de slag
en slagen
waarom is zijn zelfkennis
afhankelijk van dit en dat
en ziet hij niet zoals de wijze
de veranderende onveranderlijkheid
om … waar
15-12