ambrozijn
Ik zal je steeds weer omarmen
vol liefde met vlinders bedekken
en de geuren strelen met koele adem
in en uit, leven en geven.
Ik zal je steeds weer optillen
omhoog opvangen tussen kruinen
en de bladeren van de hoogste bomen
vallen langs, als regendruppels.
Ik zal je steeds weer neerleggen
met veel kracht jouw macht aanraken
en onze vrijheid proeven in tweezaamheid.
Ik zal je steeds weer laten gaan
overvloedig uitwaaieren in myriaden
en heel veel nectar laten stromen.
3-8