er wonen vogels in de bomen
op breekbare takken verstopt
achter bladzijden van kleur
ik leun tegen een oude stam
onder een oksel in de geur
van lentegroen, samen met jou
wij praten met onze ogen
voelen warme handen glijden
bast en zijden houdt ons vast
ons gesprek kent geen begin
noch eind, waardoor de vogels
ook op ons kwetsbaar landen
7-3