Mozart floot langs het schilderwerk
Bartok snerpte in de scharnieren
het laatste restje van geluid verstierf
stilte ademde tot in je nieren
het huis lag vol met teer bederf
scheuren plooiden zich tot kieren
ik zag geluk en heel veel werk
op de vensterbank talloze dode dieren
hier zal ik – tevreden – zijn en niet
hier is muziek niet meer van node
kalk valt samen met het riet
ik ben nog levend tussen al het dode
indachtig, peinzend, zonder verdriet
en geen baton meer voor den brode
14-2