maandag 23 december 2019

voorbijvliegen

het kleurloze grijs
verzonnen door een vogel
in voorbijvliegen


22-12

zondag 22 december 2019

op zoek


van veelvoudige veelheid
naar eenvoudige eenheid

vormen zover het oog reikt
namen zover klanken spreken
van boom, roos, vis
tot elementen en atomen
al die geuren en smaken
al dat voelen, aanvoelen
met handen en mededogen

deze explosie herleiden

naar één hand die klapt
naar één oog dat alles ziet
naar één stem
die iedereen hoort
in z’n eigen hart
en ben je hem vergeten
zeg dan ik hèb het
geweten


21-12

woensdag 11 december 2019

samen eenzaam

twee + één

hij is haar misverstand
en ik zie dat telkens weer
het niet kunnen loslaten van
wat dan ook en elkaar niet
in het bijzonder, legt een mist
over hun ogen – een blik op

oneindig, in verlorenheid
het is niet moeilijk dat op te
merken zoals ze daar nu zitten
in een wel of niet moment
van niets anders zeggen dan
“de thee …

ze zitten al weken in hetzelfde
café als ik, altijd op donder-
dagmiddag op dezelfde plek
en altijd weer fascineert hun
zwijgzaamheid, de leegheid
die stroperig mijn brein insluipt


6-12

winterse kou


er huist een luchtige vlucht
trillingen in het dalen van de
regenvlagen - zij ruisen omhoog
tot boven de wolkenlagen en

het vragen naar oorsprong, zin
en heelheid; verblijd roest hier
het ijzer door de ijver van het
water, later zal de geur van kou

ja, de kou stroomt van tijd
naar ruimte, van buiten naar
en mijn innerlijk welbevinden
zet alle zeilen bij om het lijf te


6-12

zondag 8 december 2019

klein gespuis


waar ik vanmorgen van genoot
een kevertje klein en rank
van slechts twee millimeter groot
loopt van de vensterbank
zo op mijn linkerhand

nog voor ik mijn bril kan afzetten
om hem beter te bekijken
vouwt hij zijn vleugeltjes uit
en had ik het nakijken

hij vliegt knalhard tegen de ruit
loopt daarna doodgemoedereerd
weer verder op de vensterbank
een springspin op de boekenplank
is daardoor wel geactiveerd

1-12