vrijdag 21 december 2018

Eilandelijk


Eilandelijk

In de tijd van rusteloos
is doelloos lopen vreugdevol.
De brug over en langs kanaal
kijken naar een loze visser,
eenden voorbij zien drijven.

Het is de tijd van rust op de akker,
van glimmende geploegde aarde,
een groene waas op andere velden.
Helden wachten, dagen, nachten.
Wie heeft hier welgedaan.

De natte dag wil nog niet dagen.
Het licht is eerder weerschijn.
Grashalmen buigen diep en
terwijl de torenklok weer slaat
maakt heilig zijn opwachting

in het plonsen door de plassen
en het barsten van de wind
in breukvlakken op het water,
met later een verloren herinnering,
een gedachte aan wat niet.

Verdriet lijkt op te springen
uit de tranen van de regen en
rustende druppels op de wangen
van hen aan weerskanten van
het matgeslagen vensterglas.

Hier draaft en druist het leven
tegen de klippen op en de woeste
branding schuimt over het zand.
Brandt op het land dat kalft
en groeit, zo een eiland betaamt.

De dijken en de herinnering
keren telkens tijdelijk het tij.
Al is het maar in de verhalen.
Een eilander is op zijn hoede
en storm maakt rusteloos.


21-12 
Dit gedicht zou ook 'Harmonie in rust en onrust' kunnen heten.



zondag 9 december 2018

Het gedicht

Een inkijkje in het proces van dichten:

Het gedicht

Het hele gedicht
dat altijd hetzelfde is
zit als ongeboren
ergens in de schrijver.
Hoofd, hart, hand
zijn woorden die heel
onzorgvuldig de plaats
aanduiden. Zij zijn
lichamelijk van aard,
maar de plaats van
het gedicht
is alleen te vinden
in die andere wereld,
die veel krachtiger is
dan menigeen denkt.
De schrijver kent het wel,
… het gedicht … 
maar moet steeds opnieuw
heldendaden verrichten,
draken verslaan,
dronken-nuchter worden,
door braamstruiken sluipen,
koers houden langs klippen,
en eenzaam rondzwerven …
om daar aan te komen.
Op zoek naar
het nieuwe oude gedicht.
Als hij faalt liggen
de proppen papier
rondom hem, groeien
de rimpels in zijn gezicht
en verkrampen zijn
schouders en hand.
Hij cirkelt in het gevangen-
zijn in zinnelijke of
platonische liefde
voor een medemens.
Slapeloosheid is zijn deel,
melancholie zijn cocon.
Maar, lukt het hem
door te gaan, moed
te tonen, aandachtig
te blijven en stil, dan zal
het gedicht 
tevoorschijn komen
als een openbaring.


4-12

zondag 2 december 2018

Erbarmen


Sterven, sterven en nog eens sterven,
waar zouden we zijn zonder dood.

Tijd legt het voor ons neer, uitgespreid
tussen lakens en eindeloze slagvelden.

Leven beminnen, sterven omarmen,
zacht en rauw en eenzaam kijken.

Geliefde en vijand vervagen, onbehagen,
worden – gepaard met schuld – vergeten.

Onschuld meegestorven, weggesneuveld,
ondergesneeuwd in overlevingsdrang.

Rouwen als eten en drinken, noodzakelijk
totdat tranen eens, ja eens opdrogen.

Ogen minder rood, dood minder dood,
ons achterblijven … één langzaam sterven.


2-12

zaterdag 24 november 2018

zullen we

Wat heet …

Zullen we de tijd verkwanselen,
de feestdagen maar overslaan.
Gedachten uit onze breinen ranselen,
en klokken niet meer laten slaan.

Zullen we het leven overdoen
met alle ups en downs.
En niet vergeten die ene zoen,
al voelden we ons toen als clowns.

Zullen we elkaar omarmen
en drinken van de rode wijn.
Ja, we cultiveren ons erbarmen

voor alles, zowel groot als klein.
Daar willen wij ons aan verwarmen
en dan, domweg gelukkig zijn.


23-11

Zoals je bij een bos een bosweg hebt
en je bij een duin een duinweg tegenkomt
zo zou er bij een dom een domweg kunnen zijn.
Maar bij domweg in mijn woordenboek
staat gedachteloos en betekent weg dus foetsie
zoals ook loos dat is, je weet wel
daar was laatst een meisje loos
Die moet je natuurlijk gaan zoeken,
maar gedachten en dom kan je beter laten gaan.
Laat die maar varen ...
Dan blijft intelligent over!

24-11

zaterdag 10 november 2018

Ochtendhymne


Ochtendhymne

De wind schuurt langs de schoonheid van de afbraak
en laat een spoor van afgevallen bruingele bladeren achter
in onbeduidende hoeken en spleten, plekken van voorbij.

De woorden schuren langs schoonheid van gedachten
en laten sporen na van afgevallen vileinscherpe klanken
neergedaald in de echoput van de wil om te vergeten.

Blijft de echo waaien, zaaien en intens verzamelen,
verwacht het stroeve kijken meer grijze uitgekamde luchten
en hunkert het oor nog steeds naar overbekende klanken.

Of lossen ze op, de plekken van niets, de afgedane bedenksels,
is het zich herhalend spel met ogen en oren uitgespeeld en
gaan ze werkelijk voorbij aan verborgen angst en innerlijke rust.


10-11 

zondag 28 oktober 2018

droombeeld wordt gedicht

Naar aanleiding van een droombeeld schreef ik de volgende regels:

ik zag hem verdwijnen
door de heg om de hoek
het volwassen worden
stroomde door onze aderen
...

Dat het in het droombeeld over 3 personen ging werd in het gedicht niet duidelijk. Er zou veel meer uitgelegd moeten worden, wat afbreuk aan het gedicht zou doen. 'Ik' en 'de ander' zijn overgebleven.
Hopelijk komt wel over het 'dubbele' van het komen door de heg / het kijken door de heg  

initiatie

Door de heg zag ik hem komen.
Het volwassen worden
stroomde door mijn aderen.

Deze daad zou een keerpunt worden.
Omkeren was geen optie meer.

Ik stond klaar met een tot
slaghout driedubbel gevouwen
krant boven mijn hoofd.

Jouw slag zou de eerste zijn,
dan zou de mijne volgen.

Een wolk dreef voor de maan.
Geritsel en zweet kropen voorbij.
Wachten werd tijdloos.


27-10

zondag 21 oktober 2018

liefdesliedje


liefdesliedje

ik geloof in de liefde
tussen jij en mij

in verbondenheid
bloedband en zielsverwantschap
en van kennen en kunnen
mogelijk en onmogelijk

in het delen van vrijheid
onze aanwezigheid
in het afwezige moment
met glans in reflexie

in het doorkruizen
van vaste patronen
en het overwinnen
van zorgen voor later

ik geloof in de liefde
tussen jij en mij


19-10

vrijdag 31 augustus 2018

Sauerland

Een poëtisch reisverslag van 4 dagen.

dag 1
















...
wat zijn ze oud
mijn mede hotelgasten
wel net zo oud als ik
slechtgeklede vrouwen
allemaal met korte kapsels
mannen met hoorschade
en ruitjesoverhemden
met korte mouwen ze
praten over Sparta en Toon
en gaan gedwee op tijd
aan tafel om het ene bord
na het andere vol te scheppen
en dan voelen ze aan hun
buik en knikken vriendelijk
naar mij die aan een mini-
hapje voldoende heeft
ik eet nog wel een lettertje
wandel nog een rondje
over stoep, grint en zand-
paden met merels om mij heen
in het hotel een espresso met
een drankje ... zeg maar een 3dubbele ...
ontbijt vanaf 8 uur
dat wordt dus uitslapen!


dag 2

2-1

dat de bouwkes maar mogen smaken
zeg ik tegen mijn aardige tafelburen
van wie ik even daarvoor dat woord
bouwkes heb geleerd tijdens het klaar-
maken van hun lunchpakketten
boterhammen, in Brabants-Vlaams
ze komen uit ‘Nieten’
je kent de suikerfabriek toch wel ...

ik ga naar mijn kamer
die op één 6 na van de duivel zelf is














2-2

weet u misschien hoe de tv werkt
vraagt mijn overbuurvrouw terwijl
haar reisgenote uit de kamer ernaast
onverstaanbare aanwijzingen geeft

we drukken op wat toetsen
maar beeld blijft uit
is de receptie een optie

na mijn wandeling kom ik
de dames op de gang weer tegen
het lag aan de afstandsbediening
de wifi hebben we zelf opgelost

bent u hier vaker geweest
...
fijne dag - hoog tijd
deze ontmoeting op te schrijven

2-3
















en toen danste de nevel tussen de bomen

het water ritselde langs de stenen
en voor mij doemde het groene gordijn op
welke elfen staan hier te wachten

terwijl in het dorp de kerkklok luidt
schuifelen bladeren in de windstilte
waarom zijn ze nog niet zo zichtbaar

welk zien moet ik nog even inschakelen
doemt er nog een testbeeld op - concentratie
helaas, bezweken aan verkeerslawaai


2-4

weer een paar zinnen over een gesprek
dat ik zomaar cadeau krijg
mijn Vlaamse buurman aan tafel
is 78 en heeft bij ‘MSD’ Maastricht
7 jaar aan een plastic-rubberproduct
dat te duur bleek, dat ik ook een 70er
ben had hij niet gedacht. hij beaamt
dat 70ers nog (bijna) alles kunnen ...


dag 3

3-1

'wo ist dann die Eule'
zegt een van de twee dames
nog een paar meter verder
zeg ik, die er net langs liep

zo eentje uit een stam gezaagd
met kettingzaag
we staan stil
zij leunend op hun stokken

hun mannen en honden
zitten al in de auto
even verderop, maar zij
hebben geen haast

zijn nieuwsgierig (zeggen ze)
tot zelfs wat ik betaal
voor mijn vakantie ...
tja, we wisselen wat uit

en dan is het tijd 'kom Thea' ...
wanneer wij doorlopen zie ik
voorbij een struik een eekhoorn
de zager is flink bezig geweest

3-2





















als de weg naar de burcht
uit enkel traptreden had bestaan
dan waren het er zeker 150
nu ging ik slechts 93 - de rest ...

ook het uitzicht is adembenemend
ik kijk tussen de kale jonkers door
naar een aflopend weiland
en verder overal woudreuzen
















stram in het gelid wachtend
voor gebruik tot vurenhouten planken
een armadalandschap met
heuvels als golven, blauwe zee

een armandoschuldig landschap
laat ik in gedachten voorbij gaan
net als het geluid van een vlieg(tuig)
alsof ik thuis ben

later, mijn voetstappen doorsnijden de stilte

3-3

met het maken van de foto even gewacht
tot de zon achter de boom was

zo’n 50 Hollanders
keuvelen op het terras
net een grote familie
boven hen de parasols
met plaatselijk biermerk
daarboven de kerktorenspits
met op de top de bal
vol bouwtekeningen
daar bovenop het kruis
met een haan
hoeveel keer zal hij kraaien
zwaaien in de wind
rondom de blauwe lucht
met hoog een stralende zon
die zich weerspiegelt
in mijn glas - drie keer





dag 4

4-1





op de terugweg bemerk ik
een van de vijf bankjes
overgeslagen te hebben
en ga er alsnog enkele
minuten op zitten
kunnen we weldadigheid
zijn werk laten doen ...





een overdaad aan sleedoornbessen
witbepoederd phtaloblauw
maar ook de anderen mogen er zijn
vlier, meidoorn, roos en lijsterbes
van zwartpaars tot oranjerood
kunnen we weldadigheid
zijn werk laten doen ...






en dan, hoe actueel is de moord
op de 9-jarige Maria Elisabeth
slechts - snel uitgerekend - 284 jaar geleden
hoeveel kinderen zullen steeds weer sterven
kunnen we gewelddadigheid
zijn werk laten doen ...


4-2

Met amfibieën heb ik altijd meer gehad dan met reptielen. Dino's waren interessant toen ze nog niet bewogen. Jurrasic Park heb ik nooit gemogen. Het zal toch niet, maar wat maakt het uit, Michael Crichton, voor- en tegenstanders genoeg. Milieu mag dan een hot item zijn, zijn thrillerverpakking State of fear is mij te cliché, te ongeloofwaardig, te Amerikaans en na een kleine 300 pagina's hou ik het voor gezien. Keer weer terug naar De toverberg van Thomas Mann met de zin: Onder omstandigheden als de huidige, meende de Hollander, was het het beste de draad weer op te vatten waar men hem de nacht tevoren had laten rusten, ... Terug dus naar het overgearticuleerde en het ontzagwekkende gestamel, nog zo'n 200 pagina's.

4-3

nog een laatste wandeling
voeten willen niet meer zo
en zeker niet klimmen

een kleine ronde naar
der grüne Vorhang





















dat mij opnieuw doet denken aan
der grüne Tisch

Ballet Kurt Joos - foto Deutsche Oper am Rhein
















en de vijver er vlak naast
met een prettig bankje
vissen in het water
schaatsenrijders er op
beekjuffers langs de kant
citroentje door de lucht
en hoog in een boom
aan de overkant
een geeuwende reiger

het water is spiegelglad
tot er in het midden
een vis omhoog springt
en een schitterende reeks
cirkelvormige golvenrijen
de weerspiegeling van bomen
en lucht in beweging zet

even later is het weer als een
impressionistisch schilderij










wolken pakken langzaam samen
de wind steekt op
straks zal het regenen




zaterdag 25 augustus 2018

ontmoeting


hij had zijn naïeve crèmekleurige
jas aangetrokken waardoor zijn
verbleekte uiterlijk grauwer zag

zijn linnen hoed vlinderfladderde
langs zijn bijna doorzichtige oren
haren dwaalden achter hem aan

zijn lichte tred was vogelverend
achteromkijken klonk verontrustend
maar hij versnelde zijn zwijgen niet

wachten was geen optie meer
het lopen leek vredig doelgericht
eenvoudig en met de tijd mee

die hij volgde door steeds zijn
zakhorloge te betasten waarbij
zijn vingers op de wijzers leken

dralend voor de ovalen spiegel
herinnert zij zich de gelukstranen
parels op haar bloemenwangen








is zij hun afspraak nu vergeten
laat staan kwijtgespeeld in haar
verwarde agenda vol leugens

of was hij vroeger dan gedacht
aangekomen in de droomstraat
de reflectie van beider verleden 

het geeft niet want in deze mythe
vindt hun ontmoeting steeds
weer plaats in de tweelichtzone


25-8

vrijdag 10 augustus 2018

consuminderen

Dit gedicht zou ook 'verslaving' kunnen heten, maar omdat het voor mij niet alleen over alcohol gaat maar om 'minder is meer' heeft het een andere titel gekregen ...


consuminderen

wederom ligt de laakbaarheid
van zijn verspeelde gedrag
op de toog tussen de glazen
zijn derde kopstoot wenkt

de hebzucht vreet gretig in
zijn verscheurde gedachten aan
het nalaten van het nemen van
en dan, de keuze voor te minderen

de uitgebeelde leugens om bestwil
lijken z’n hachje te redden al kijkend
naar zijn spiegelbeeld achter de bar
‘wist ik toen maar wat ik nu weet’

wegzakken in niet te keren tij – tijd
nee, hij trekt zijn projectiegezicht
tegenover hem heel bedachtzaam
aan de haren omhoog – ‘betalen

en wegwezen’ klinkt een laatste
restje zelfrespect in zijn brein
vlak achter zijn betraande ogen
de strijd, de uren – het kan nog


6-8

ambrozijn

Deze had ik eerst op FB gezet. Er kwamen meer reacties op dan wanneer ik een gedicht eerst op dit blog zet en dan een link maak naar FB. Ook een illustratie erbij doet het goed ...

ambrozijn

Ik zal je steeds weer omarmen
vol liefde met vlinders bedekken
en de geuren strelen met koele adem
in en uit, leven en geven.

Ik zal je steeds weer optillen
omhoog opvangen tussen kruinen
en de bladeren van de hoogste bomen
vallen langs, als regendruppels.

Ik zal je steeds weer neerleggen
met veel kracht jouw macht aanraken
en onze vrijheid proeven in tweezaamheid.

Ik zal je steeds weer laten gaan
overvloedig uitwaaieren in myriaden
en heel veel nectar laten stromen.

3-8


vrijdag 27 juli 2018

prozagedicht

Onlangs kreeg ik de Verzamelde prozagedichten van Arthur Rimbaud en op https://www.facebook.com/groups/dereizendedichters/?source_id=1446698565581571
las ik ook over prozagedichten.
En dan kruipt het bloed waar het gaan kan en ontstond het volgende (een poging):

schakering

In het preanalytisch denken knelt de tijd de vorm tot vast en zeker. Weten van verhaal uit ver verleden. Geleden, onder een laken voor de doden. Goden zij dank voor een veel later, een ogenblik van klaarheid, ingeblikt en regelrecht verzonden van mij naar jou zonder tussenkomst van het versleten speelbord en de in slaap gezette zetten. Herhaling en uitentreuren opgedoemd om als een herfstnevel te worden ingeslikt. Verstikkend, onder een laken voor de doden. Geboden: doorgronden we die microwereld in al zijn abstracties en verval. En hoe zit het met de uitdijende dijen van onze geliefden, minnaars als wij zijn van vlees met haar haar, toeven op bepaalde plaatsen; reukloze holten waar slechts smaak vertoeft en vrome wensen oplossen. Bradend in een duinpan met de branding in de verte, het verzengende strand als een woestijn er tussen. Lossen lusten op in parelend zweet. Wee degene die een kuil graaft ter verkoeling, het noemen van hen in een poging tot veilig vluchten. Zuchten, onder een laken voor de doden. Broden en vissen vermenigvuldigen zich zonder een spoor van wonder, verwondering is als een lege lotus in heldere modder. Wij eten van de vrucht en kijken toe.


27-7 

zaterdag 21 juli 2018

en ja

en ja,
dan schrijf ik nog
het een en ander
omdat de zon zo
heerlijk schijnt
slechts verdwijnt
achter sluierwolken
of een opkomende
in mijn hoofd of in
de vele hoofden die
warmte niet voelen
het licht niet zien
en hun zijn vullen
met versleten zeer
keer op keer liever
hun wonden likken
stikken in bedorven
adem dan …
ja, zucht maar diep
en zie maar toe


21-7

maandag 2 juli 2018

de suggestie van niet-zijn

Zijn thuisblijvers niet ook vluchtelingen ...


de suggestie van niet-zijn

stap aan boord – bijna vermoord
kijk over het vlakke water – wat later
wat verleden, de pijn geleden in leegte
het denken vermeden, kijk voor je uit

verlaat je op een rest van willen
verlaten doorgaan – lijkt het wat
al die lijken achterlaten, brand in je ogen
thuis is verdwenen – hoofdstuk gesloten

en in je hoofd de stukken, brokken
en resten die klauwen en kruipen – druipen
met je reddingsvest rood als bloed
tuur je naar de stille horizon – uitzicht

zal na de overtocht het beest uit je geest
gevangen zijn – verdronken in de diepte
of zal het telkens ontsnappen, in die on-
bekende oorden – je toekomst vermoorden

is jouw ziel al vooruit – gevlogen, niet
gebogen noch gebroken, zuiver, transparant
en kan deze jouw na-denken vergeven
naar heelheid streven zonder rancune

kijk voor je uit – tuur over het water
eerst nog het nu – later komt later
geen angst om te sterven – inzicht
maar is er nog moed, moed om te leven


2-7

dinsdag 12 juni 2018

Alles gebeurt spontaan

50 exemplaren van mijn nieuwe bundeltje zijn net binnengekomen.

coverfoto: Bram Schrier

vrijdag 4 mei 2018

voor bij …



doden zijn gevallen, als
bloemen van gelegde kransen

na jaren huilt het verdriet
nog uit, in de gedachte aan
steeds weer: twee minuten stilte

wat schreeuwen die minuten
in de leegte van de rest van de
tijd, van rouw, het dagelijks gemis

het offer van de vrijheid
de bevochten vrijheid

de vrijheid van gevangen zijn
in sombere gedachten, als
tralies verticaal en horizontaal

wanneer vervagen die ijzeren lijnen
wanneer exploderen
die weerbarstige taferelen

wanneer verwelken die stemmingen
en kunnen de kransen van het
malende denken begraven

wanneer is 4 mei voorbij

Monument WO II
Joodse Begraafplaats
Begraafplaats Kapoenstraat
Begraafplaats Staakweg


maandag 30 april 2018

wat blijft

















wat blijft

de liefde ligt verscholen
in fris ontluikend blad
de behoefte te bloeien
is sterker dan bloeden

nevel glanst tot in de kleinste kieren
hier rust de koelte en de warmte
hier ontspringt oneindige terugkeer
en het-steeds-opnieuw-vergeten

bloed dat vervloeit
tijdens eeuwig sterven
tussen gevallen bladeren
verscholen ligt de liefde

zaterdag 14 april 2018

serenade


gisteren geen gedicht
voor vandaag
vandaag wel voor
straks als de laatste
punt in gedachte
is gezet achter
het laatste woord
van dit gedicht
vandaag geschreven

even geen plaats
en even geen tijd
voor lang gezwoeg
het onmogelijke is
al meer dan genoeg
zoals liefde meer is
dan genegenheid
jouw overal-zijn
elke leegte vult


14-4

zaterdag 24 maart 2018

Philip Kerr

Philip Kerr is overleden.

Ik las een paar boeken van hem, waarin meesterlijke persoonsbeschrijvingen.
Naar aanleiding van De een van de ander schreef ik in 2017 enigszins in zijn stijl dit gedicht:


observatie

zijn ogen waren veronese-groen
als een moeras vol algen in de zon
waar net de schaduw op gevallen was

zijn jas en veel te wijde broek
waren om hem gedrapeerd
zoals het veel te grote tafelkleed
op de te kleine pied de stalle
in de hoek van een lange gang

zijn haar zat achterovergekamd
maar viel uiteen in de perfecte scheiding
alsof deze niet met een kam maar
met een vlijmscherp mes getrokken was
bijna zou je denken dat er bloed
uit die hoofdsnee stromen zou

zijn schoenen van het fijnste schildpadleer
gaven hem een lichtverende pas
waardoor hij net een danser leek
die liever op een barkruk bier dronk

hij zwaaide naar mij, ik had genoeg gezien
deze kameraad had geen detective nodig




zondag 18 maart 2018

projectie



projectie

in een wonderschoon niets 
verlies hier nooit de moed iets te projecteren
een minuscule gedachte over onweerstaanbaar
een liefdeslied ook al is het onverstaanbaar
zeker is het wel met klanken van de poëzie
zie je wel, schepping van een machtig woord
projectie van iets met hervonden moed
niets is zo wonderschoon


18-3

zondag 11 maart 2018

Terwille van den boer die ploegt ...

boekenweek

hoe aaibaar is natuur uit een boek
hoe kleurrijk echt ‘blue planet’ op tv
gaan we nog werkelijk op zoek
of zijn we overvoerd, te veel blasé

wat voor kennis willen wij vergaren
wanneer stopt ons hongerige lezen
dompelen we onder in alleen maar staren
is ondergaan iets wat wij vrezen

ja, ook ten ondergaan, aan de natuur
lijfelijk as ten prooi aan wind en water
of in een graf naast vreemde buur-
man of vrouw, zeg niet steeds: ja later

zullen we boeken begraven, verbranden
ze voeren aan overgebleven vissen in zee
we slepen plastic soep naar de kant en
roepen: na mij de zondvloed – ik zit er niet mee

boekenwurmeren we als een nooitgenoeg
legen Pandora’s kruik als een gifbeker
of scharen wij ons achter boer zijn ploeg
en zwoegen voort, en zien steeds bleker


10-3

zondag 4 maart 2018

zorgen



In de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen ...

zorgen

In het oer-Hollands landschap
waar de wind altijd waait
langs bomenrijen en rietkragen
liggen de wortels van vele levens.

Levens die even maar oplichten
enkele jaren van een eeuw
mogelijk slechts een oorlog lang
of tot een vloed, een watersnood.

Watervlakten, landerijen en polders
met hun strakke horizontale lijnen
dijen uit naar alle kanten, zijwaarts
voor- en achterwaarts, overal verten
en overal wind, vooral tegenwind.

In dit elementenspel rijgen generaties
zich aaneen, behoudend gemaakt
door calvinisme en rechtlijnigheid
vechtend voor eigen gedachtengoed.

Weet dat je niet onvoorwaardelijk
welkom bent, men zegt vaak ‘nee’
op het strijdtoneel van polderen
het grote geld en zorgen delen.


3-3

zondag 25 februari 2018

zingende dingen



over de dagelijkse gang der dingen
lijken de objecten om mij heen
steeds opnieuw te moeten zingen
het klinkt zo wonderlijk sereen

keukenklanken vol van harmonie en sfeer
de theepot, pannenlap en zelfs de gootsteen
en in de kamer hoor ik telkens weer
de kast en spiegel boven onze schoorsteen

zij allen zingen mij steeds liefelijk toe
ik kan er echt niet meer omheen
er over praten is misschien taboe
maar het horen overkomt hier iedereen


25-2 

zaterdag 10 februari 2018

Bhagavad Gita en Upanishads


Er is altijd een glimlach van vreugde wanneer ik op (on)verwachte plekken de Bhagavad Gita of de Upanishads tegenkom.

Bij het lezen van De Schopenhauerkuur van Irvin D. Yalom kwam ik de Upanishads tegen. Schopenhauer las deze in het Latijn in het begin van de 19e eeuw en hij was er verguld over.


The German philosopher Arthur Schopenhauer read the Latin translation and praised the Upanishads in his main work, The World as Will and Representation (1819), as well as in his Parerga and Paralipomena (1851). He found his own philosophy was in accord with the Upanishads, which taught that the individual is a manifestation of the one basis of reality. For Schopenhauer, that fundamentally real underlying unity is what we know in ourselves as "will". Schopenhauer used to keep a copy of the Latin Oupnekhet by his side and commented,

It has been the solace of my life, it will be the solace of my death.


Een boek later, ik was wel toe aan wat meer ontspanning, kwam ik in Gijzeling op krediet van Philip Kerr de Bhagavad Gita tegen …  



Bhagavad Gita en Upanishads

niet meer zoeken
twijfel niet
vraag je niet meer af
zink er in weg
laat je ego achter

jij bent er
altijd en overal
voor en na kennis
voor het begin
na het einde

zie het in alles
projecteer het over
de schijn der dingen
verbind je met kracht
en mededogen

vrijdag 9 februari 2018

Viper

Naar aanleiding van het bericht van Wouter van Heiningen over de versvorm 'retour' https://woutervanheiningen.wordpress.com/2018/02/09/retour/
heb ik een poging gedaan:

Viper

Stamboom van pastoor Viper laat zien
Een afstamming tot ver in het paradijs

Op papier is het nog steeds ‘misschien’
Maar de geestelijke is echt heel wijs
En werkt er aan volgens vast program

In archieven maakt hij een lange reis
’s Nachts bij een enkele kaarsenvlam
Achteromkijkend moet hij vooruitzien
Naar wie er slist in die ene boomstam


9-2

zaterdag 3 februari 2018

de kapitein roept





















de kapitein roept

gehoorzaam aan
en laat de koffie staan

is het innerlijk roepen niet
sterker dan de smaaksensatie

is het proeven van de klank niet
liefelijker dan wat dan ook

mis je de boot
als je nog even je koffie opdrinkt

wie is het toch die altijd
‘nog even’ in z’n vaandel draagt

blijf in zijn buurt
het tijdelijke in het eeuwige

verschillen verdwijnen
kopje, koffie, proeven, zijn en …


3-2 
n.a.v. het verhaal van Epictetus in De Schopenhauerkuur van Irvin D. Yalom – pag. 278

donderdag 25 januari 2018

jouw nabijheid

Vandaag is het GEDICHTENDAG.
Gisteren las Greta bij de expositie 10 jaar Reizende Dichters o.a. 2 lamento (klaagliederen). Naar aanleiding hiervan schreef ik 's middags een gedicht dat ik 'geen lamento' noemde ... later veranderde ik de titel in 'jouw nabijheid'.

jouw nabijheid

en het leven kabbelt
kabbelt in de verste verte
door en door de bomen
komt het gefilterd licht

en jouw leven kabbelt
kabbelt in mijn nabijheid
jouw aanwezig zijn is hier in
mijn schaduw, hier in het licht

voor mijn voeten op het pad
het pad tussen de bomen door
jouw licht is mijn gefilterd weten
van ons lopen door het leven

dat kabbelt ons nabij, hier
en kabbelt in de verste verten
van voor ons begin, begonnen
in lang geleden, lang geleden

begonnen met kabbelen en
lopen, filteren en kijken
elkaar aankijken, samen lopen
in elkaars schaduw, elkaars licht

zichtbaar op het pad, het pad
tussen de bomen met het licht
het gefilterd zonlicht tot
onze laatste passen al een eind

een eind van elkaar verwijderd
maar toch in hetzelfde licht dat door
door blijft schijnen tot na
na ons einde in de oneindigheid

van het leven zelf dat eeuwig
eeuwig kabbelt in gefilterd licht
zonder begin van het begin
zonder einde van het einde


24-1 

vrijdag 19 januari 2018

laten

uit de Bilbia Sacra

laten

laten we een boot bouwen
een schip, een ruimteschip
een ark met meer ruimte
voor twee mensen per ras
zonder erfenis van gedachten

laten we het loslaten
in een bubbel, een droom
in een verbeelde mythe
een geschreven gedicht
laten we ons verbazen hoe 

snel goden een plaats opeisen
de mensen zwanger raken
liefde en afgunst elkaar verdringen
en het hele schip explodeert 
in kleine reddingsbootjes 

want gered zal er worden
ja, laten we overleven


19-1 

donderdag 18 januari 2018

weer

weerleggen we van de
weeromstuit het geloof in
weerwolven en duistere
weergoden die in de juiste
weersomstandigheden het verleden
weer laten herbeleven
weerklinken de isobaren
weerbarstig als zij zijn in een
weergalm door het doolhof waar zij
weergaloos rennen achter de
weerhaan die op zoek is naar zijn
weerhuisje – niets kan hen
weerhouden zelfs het
weerlicht trotseren zij dat van
weerskanten hun pad verlicht

weerhouden wij ons nu van commentaar
weerzien ligt in het vooruitzicht


18-1