een lichtspiegeling
leunstoel tussen de bamboe
lekker in de zon
Vanmorgen kwam het beeld weer bij mij boven en ontstond er een nieuwe haiku:
tijd voor een goed boek
op een stoel tussen bamboe
spiegeling van rust
een lichtspiegeling
leunstoel tussen de bamboe
lekker in de zon
Vanmorgen kwam het beeld weer bij mij boven en ontstond er een nieuwe haiku:
tijd voor een goed boek
op een stoel tussen bamboe
spiegeling van rust
voorgrond
ik wacht niet tot de storm voorbij gaat
maar kijk naar het verkleuren van de lucht
ik denk niet tot het koren op het land staat
maar luister naar de aarde, haar gezucht
ik zucht terug en laat mijn adem stromen
herinner mij een glimlach rond jouw mond
waardoor vlinders stormen in mijn dromen
en de dag verdwijnt, naar d’ achtergrond
27-12
Mijn 150e gedicht van dit jaar:
stralend ochtendlicht
op het land waterplassen
ook de lucht is nat
verdronken resten
getelde landerijen
vergeten omweg
Voor vandaag een gedicht van kerstavond 2015:
In onze vaste rubriek:
en met het Kerstgedicht, waar alle Reizende Dichters 2 strofen van schreven (ik mocht beginnen)
Ik had nog geen bericht geplaatst over het winnen van de bronzen Award op 12 december in de Boekenberg in Spijkenisse met het volgende gedicht:
Jeroen van den Heuvel schrijft in de Meander Klassieker 246 over een gedicht van 10 woorden een verhaal van 1682 woorden ...
https://meandermagazine.nl/2020/12/klassieker-246-k-schippers-the-beatles/
Uit zijn verhaal heb ik 10 woorden gehaald en daarmee maakte ik het volgende gedicht:
taalfilosofische kwestiereadymaid Beatlemaniabonnefooi verengelsingcontroverse alomtegenwoordigmetaforische lezing
Vandaag is het dan allemaal goedgekomen:
het juiste ISBN nummer (978-94-6406-435-3) en de juiste cover
Het eerste exemplaar heb ik besteld, om alles nog eens te controleren!
Gisteren weer een klein stukje verder gekomen:
Geduldig wachten is een schone zaak.
Voor nu vast een opwarmer:
Voorwoord
Na de vorige bundels, waarin Tijd en tijdloosheid (In licht en schaduw), respectievelijk Ruimte en het onmetelijke (met ziel en Al), het voor het zeggen hadden, is thans het Zijn (of niet-Zijn) aan de beurt. Dood en leven worden door de dichter gezien, gekoesterd soms, als grenssituaties - die alleen nog door de taal zelf kunnen worden opgeroepen, de taal van het Innerlijk wel te verstaan. Talen naar taal dus. Dat is de zoektocht, het raadsel wellicht ook, waartoe de dichter van deze bundel ons als lezer 'onder alle omstandigheden' uitnodigt.
Opnieuw weet Niels Snoek te verrassen met een uitbundige verzameling gedachten, gevoelens, zinvolheden en taalvondsten, zoals ‘de bakfiets nog geen bak / maar een mand had / de bak een kar was met / een hond eronder / auto’s waren ver te zoeken.’ Maar wat alledaags lijkt, kan zomaar de schijn aannemen van iets wonderlijk dieps, ‘want hoe ik ook in het woord / te vinden ben, mij kennen / kan alleen door mij te zijn.’ Of anders gezegd: ‘de woorden zijn bekend / maar het verhaal nog niet’.
En daarmee trekt de zeiler-dichter ons zijn wereldbeeld binnen, welke ook een huiskamer kan zijn, waarin hij bijvoorbeeld – het is Kerstmis – ‘geniet van de dingen van niks / de lichtjes in de kerstboom / rommel op tafel.’ Of het kan een museum zijn waar ‘de zaalwachter, (die) lijkt als / een wassen beeld op zijn stoel’.
Dobberen, twijfelen, zich blijvend afvragen ‘als je denkt dat je er bent / is dat dan wel zo?’ Het antwoord kan alleen voorlopig zijn: ‘ons verbeelden ligt misschien / niet in kijken maar in zien.’
Waar het op aankomt, is het leven in al zijn facetten, groot en klein, goed en kwaad, mooi en lelijk, te bevatten, begrijpen, beschrijven, Poëzie als dagboek – bij wijze van spreken. Zwijgen mag ook. Want uiteindelijk ‘hier rust en prevelt de stilte / van een onhoorbaar zwijgen’.
Dat zwijgzame bootje, verankerd in die grote rimpelloze eindeloosheid van de Grevelingen, brengt mij op bovenstaande gedachten.
Ik zwom er heen, klom aan boord en trof een lading zinnen-volheid aan, gehouwen in woord en klank.
Er is luisteren naar de symfonie der sferen. Toen ik om mij heen keek, besefte ik – in de woorden van de dichter – dat ‘het leven zelf eeuwig / eeuwig kabbelt in gefilterd licht.’
Frank Mommersteeg
Het gaat de goede kant uit!
Pumbo heeft het ISBN nummer toegevoegd en de pdf van het binnenwerk is nu klaar. Vervolgens heb ik de foto's en de teksten voor de cover aangeleverd.
Nu nog even geduld hebben tot het ontwerp in het juiste formaat is gezet en de barcode is toegevoegd.
De tekst - van Frank Mommersteeg - op het achterplat:
Relaxed in je bootje op de Grevelingen, ook al is er geen wind. Het beeld van stil liggen, stil zitten, stilstand, dringt zich visueel op, en maakt ook nieuwsgierig naar wat de binnenkant te bieden heeft.
Het dobberen, het drijvend zachtjes op en neer gaan, is dat wat de eenzame zeiler – die de dichter zelf zou kunnen zijn – aan het denken zet, bezielt?
Dobberen betekent ook dubben, weifelen, de vraag welke kant ga ik op?
Het is de vraag die het leven ons voortdurend stelt. ‘Wat zal ik ontmoeten / als ik eindelijk stil sta.’
Maar als je letterlijk geen kant op kan, omdat de wind ontbreekt, wat dan? Ook al is het windstil, keren kan, maar dan in je zelf. Inkeer dus, ‘struinend door het glooiend laagland / van de ziel’ – zoals de dichter het zelf in een van zijn gedichten omschrijft. Hoe kan je dat beter, dieper, wezenlijker doen dan door af te dalen in de taal zelf.
(lees verder het voorwoord)
Vandaag begin ik met de inleiding die ik voor het boek schreef:
Dit boek heeft twee delen met daartussen een klein intermezzo: het eerste deel is de keuze van mijn lief (Ineke/Pien). Zij las al mijn schrijfsels uit 2017, 2018 en 2019. Een kleine 400 in totaal. Het tweede deel is mijn keuze uit de overgebleven gedichten.
Van die gedichten heeft Frank Mommersteeg op mijn verzoek er nog een aantal geschrapt en hier en daar een aanwijzing gegeven voor verbeteringen. Ook was hij bereid om net als bij mijn vorige bundels In licht en schaduw en met ziel en Al het voorwoord te schrijven.
Nog geen bericht gehad over de voortgang van het boek en dus voor nu nog maar een gedicht uit de bundel:
liefdesliedje
zal ik een liefdesliedje dansen
een brief voor je plukken
of een appel voor je schrijven
hoeveel brieven kan jij eten
en hoeveel appels wil jij lezen
zal ik dansen nooit moe worden
wanneer vraag jij mijn benen naar bed
mijn handen in jouw haren
wanneer verschrompelen de appels
en spuug jij mijn woorden uit
wij dansen door de boomgaard
jij plukt een appel, tovert mij blind
mijn brief valt in braille uiteen
woorden verstrikken in jouw haren
onze handen tasten naar elkaar
Vandaag hoop ik bericht van Pumbo te ontvangen. Over dat zij het binnenwerk hebben nagekeken en een nieuw ISBN-nummer hebben toegevoegd.
Als dat rond is kan ik het voorbeeld voor de cover naar ze toesturen. Daar maken zij dan een passende pdf van.
Hierbij mijn voorbeeld voor de voorkant van de cover:
Nu er binnenkort een nieuwe bundel van mij gaat verschijnen en dit blog op mijn pagina bij De Reizende Dichters wordt genoemd ga ik dit blog weer nieuw leven inblazen ...
De komende tijd zal ik er dus nieuwe berichten op plaatsen.
Vandaag de eerste aankondiging van onder alle omstandigheden die ik deed in het gedicht van de week:
Via deze link is het bericht beter te bekijken dan via onderstaande afbeelding.