maandag 22 juli 2019

de treden

Toen ik deze foto maakte wist ik meteen dat er een gedicht bij moest komen.

















de treden



kijk niet om
kijk wel om
naar elkaar

afgedaald
achter jezelf

jezelf voor
de voeten lopen

toch
jou tegenkomen
mijn verbazing
jouw meevallen
mijn wegvallen
jouw achterblijven
ons thuisblijven

toch
de trap beklommen


21-7

vrijdag 12 juli 2019

blad-zijde


dat ik jou mag voelen
als de zijdezachtheid
van onze innerlijke harmonie

en dat ik schrijven mag
en strelen met mijn grafiet
het blanke papier
terwijl klanken zich aandienen
als verzonnen werkelijkheid
in een vrije wereld ter grootte van

tederheid in tellen
golvend in wonderbaarlijk

de achterkant van het papier
verkreukelt in schaduwzijden
daar lijkt een mening
niet meer te vermijden
verkwistend gevangen
ratelen de wetten
de zetten – jij fluistert
sla dat blad toch om

tel in tederheid
wonderbaarlijk het golven


11-7 

dinsdag 9 juli 2019

zomerochtend


wie nu niet omkijkt
zal het later zeker doen
terug in de tijd
of de plaats waar
je eens dacht
dat je er was
of daar had kunnen zijn
in gesprek
al was het maar
met de vroege vogels
die jou toezongen
op een zomerochtend
vanachter het open raam
in jouw totaal eigen kamer


8-7

Lacertidae


toen werd het tijd
de hagedissen uit mijn oren
wakker te roepen

waarom sliepen ze toch
zo vaak achter elkaar
zowel ’s nachts als overdag

uitgerekend nu was dat
geen overweging waard
ze zouden prompt weer

en dat moest niet gebeuren
op het moment dat ik
helder wilde luisteren

naar de klank van
het moment van
en achteraf dacht ik

kropen ze naar binnen
of kriebelden ze langs
mijn hals en wachtten

op mijn schouders
als waakdraakjes
of kleine engelen

ik keek in de spiegel
maar zag ze niet
het geeuwde in mijn brein

zouden ze dan toch


5-4