in mijn hoofd is een puzzel
uit elkaar gevallen – traag
stukjes zijn gehusseld
randen breekbaar vaag
er is daar nu wat gaande
zoeken naar verbinding
zin – ik houd mij staande
als een omgevallen ding
ik zie de puzzel, stukken
stuk gevallen in letters
tellen ervan moet lukken
ze vallen dieper, de etters
wanneer zal het overgaan
de warboel plaatsmaken
voor het rechtopstaan
en uit mijn hoofd geraken
26-8