woensdag 2 juli 2014

onvermijdelijkheid der dingen

een vleug van 4711
golfde door de lucht
alsof hij deze zelf
samen met zijn 
pochette nonchalant
uit zijn jasje trok
toen de zucht van zijn
doorluchtige moeder
hem te veel werd.

hij zag haar tranen wellen
en de gedachten aan
wat onvermijdelijk komen ging
kwelden hen beiden.
en nog voor zij de odeur
gevolgd door de pochette
kon aannemen overviel
een flauwte haar en zeeg zij
terzijde neer op de canapé
met haar gezicht in de kussens.

hij knielde tussen haar sitsen rokken
en voelde zich zoals altijd
besluiteloos
nu zij – al was het maar even –
er niet meer was.
want niet haar gepoederde gelaat
noch schoonheidsvlek of glimlach
miste hij, maar haar standvastigheid
die als een engelenstem
zijn hart vervullen kon.


30-6-2014