de verte
er vogelt een merel tussen het gele gras
haar handen zijn verstopt in de mouwen
de groene gerafelde
haar blik richt zich op de verte
daar waar de merel nu in verdwijnt
vingers, handen, armen komen tevoorschijn
als ontvluchten ze aan de jurk
als willen ze pogen vrij te zweven
te vliegen, die vogel achterna
groen en jurk en rafels achterlatend
de onbestemde verte in
een loze steen valt uit haar mond
21-12