concentratie
dit lezen kraakt van het zovele zoeken
het geel pinkelt hoorbaar naar beneden
dwarrelen van bladeren dwingt tot
tijdsbesef – vallen, diep naar tevreden
het opwaaien naar stille hoeken
samen ritselen in grote hopen
een bladblazer die je overslaat tot
kindervoeten die maar niet doorlopen
een vergissing van een bladaanwijzer
tussen de bladzijden uitgevallen
zinnen en mijn haren worden grijzer
woorden vervormen tot vage creaturen
letters verdubbelen, zwemmen als kwallen
het boek valt uiteen en ik blijf maar turen
18-11