doe maar de zegen
van de zegen naar de regen
van de drup naar de druppel
woord en wederwoord
wederom gehoord gesproken
klanken zuiveren zich uit
zij zingt vogels uit haar keel
die wegfladderen naar daar
waar ze ontstijgen aan
aan de innerlijke ogen
hoog in ziel en schaduw
ja de schaduwkant speelt
mee met de tweestrijd
in de eeuwig onderste lagen
van zwart en zwijgzaam
zwaar, maar troostendhoog
druppelt droog de zegen
3-4