verscholen
ze waren verdwenen of al dood
het leek of familiebanden niet
of onnodig aanwezig waren
voor jou die geen gemis voelde
degenen die het recht daarop
hadden waren zo in zichzelf
dat eenzaamheid een medaille
was die met eer werd gedragen
niemand keek om en naar elkaar
jij trouwde met de boom in de tuin
een ring om de ene, een sluier om
de andere tak waar jij aan kon hangen
13-12