herinnering aan een glimlach
zomaar kunnen vlokken sneeuw gaan vallen
zomaar kan er weer een woord beginnen
in het pratend woordenbrein van binnen
zilverzacht gedacht of met harde knallen
naar buiten gebracht op al die open plekken
waar hun lading vrijelijk rond kan zwerven
waar hun kleur zich zeker vast zal verven
in de slogan: wie gaat er vertrekken
maar is het niet dat alles altijd blijft
het kan verscholen zijn in donk’re grotten
of in een groepsapp van extreme zotten
die steeds maar zeggen: wat kan ’t rotten
maar het is altijd weer de glimlach die beklijft
jouw stralende blik die zwarte sneeuw verdrijft
23-12